Body Mass Index (BMI)

Je hebt de term vast wel eens voorbij horen komen: Body Mass Index, afgekort BMI. Maar weet je ook wat hiermee wordt bedoeld? En wat vertelt de BMI je nu precies over je gezondheid? In deze blog vertel ik je hier meer over. En ook voor iedereen die denkt al te weten hoe het zit, geldt de uitnodiging om vooral verder te lezen. Wie weet steek je er tóch nog iets van op!

Body Mass Index

De Body Mass Index, kortweg: BMI, is een internationale maat die gebruikt wordt om weer te geven hoe je gewicht zich verhoudt tot je lengte. Je kunt je BMI heel gemakkelijk berekenen door je gewicht in kilogrammen te delen door je lengte – in meters – in het kwadraat. Oftewel: BMI = gewicht (kg) / lengte (m)2.

"Je kunt je BMI heel gemakkelijk berekenen door je gewicht in kilogrammen te delen door je lengte - in meters - in het kwadraat."

Afkapwaarden BMI

Als je in de formule je gewicht en lengte invult, dan komt hier een bepaald getal uit rollen. Dit getal zegt iets over of je op dit moment wel of geen gezond gewicht hebt. In verhouding tot je lengte wel te verstaan. Voor volwassenen tussen de 18 en 70 jaar gelden voor de BMI de volgende afkapwaarden (dat wil zeggen grenswaarden):

BMI lager dan 18,5            Ondergewicht
BMI tussen de 18,5 – 25    Gezond gewicht
BMI tussen de 25 – 30       Overgewicht
BMI tussen de 30 – 40       Obesitas
BMI hoger dan 40              Morbide obesitas

Let wel: deze afkapwaarden zijn alleen van toepassing voor volwassenen tussen de 18 en 70 jaar. Voor kinderen tot 18 jaar en volwassenen vanaf 70 jaar gelden andere afkapwaarden. Tot slot gelden er ook voor mensen van Aziatische afkomst (Zuid-Azië, Indonesië, China en Japan) andere normen.

"Dit getal zegt iets over of je op dit moment wel of geen gezond gewicht hebt. In verhouding tot je lengte wel te verstaan"

Interpretatie

Zoals ik al schreef is de BMI een maat die de verhouding weergeeft tussen je lengte en je gewicht. Op basis hiervan wordt er een inschatting gemaakt van het eventuele gezondheidsrisico dat je loopt. Hierbij geldt dat zowel een te hoog als een te laag gewicht geassocieerd wordt met een verhoogd risico op het krijgen van bepaalde aandoeningen. Zo lopen mensen met overgewicht en (morbide) obesitas bijvoorbeeld een grotere kans op hart- en vaatziekten en diabetes type 2 dan mensen met een gezond lichaamsgewicht.

Kortom: de BMI geeft je een indicatie van hoe het met je gezondheid gesteld is. Op een moment dat deze te hoog is, wordt over het algemeen geadviseerd om gewicht te verliezen. Is je BMI te laag, dan is het verstandig om te proberen om wat aan te komen. Ook een te laag gewicht brengt namelijk risico’s met zich mee, vooral als er sprake is aan een tekort aan voedingsstoffen (denk aan eiwitten, goede vetten, vitamines en mineralen). Hierdoor kan je het bijvoorbeeld zo zijn dat je afweersysteem niet goed genoeg werkt, waardoor je dus sneller een verkoudheid, griep, infectie, of iets dergelijks oploopt. Ook kan je je erg moe en lusteloos voelen.

"Zo lopen mensen met overgewicht en (morbide) obesitas bijvoorbeeld een grotere kans op hart- en vaatziekten en diabetes type 2 dan mensen met een gezond lichaamsgewicht"

BMI en lichaamssamenstelling

Helaas vertelt de BMI niet het hele verhaal. Zo zegt het bijvoorbeeld niks over je lichaamssamenstelling, terwijl dit voor de inschatting van je gezondheidsrisico(‘s) wel degelijk verschil maakt. Het gewicht dat je op de weegschaal ziet verschijnen is immers een optelsom van de in het lichaam aanwezige spieren, vetweefsel, botten én vocht. De aanwezigheid van veel spieren in het lichaam brengt geen verhoogd gezondheidsrisico met zich mee, teveel vetweefsel wel. Stel nu dat je heel gespierd bent, dan kan het zomaar zijn dat je BMI een vertekend beeld geeft van hoe het daadwerkelijk met je gezondheid gesteld is. De grote hoeveelheid spieren betaalt zich immers uit in een hoger gewicht en dus een hogere BMI.

Helaas is het niet gemakkelijk om de lichaamssamenstelling op een juiste manier op te meten. Hier is namelijk erg dure apparatuur voor nodig. Er zijn ook weegschalen te koop die de lichaamssamenstelling meten, maar deze zijn over het algemeen niet heel erg betrouwbaar.

"Helaas vertelt de BMI niet het hele verhaal. Zo zegt het bijvoorbeeld niks over je lichaamssamenstelling, terwijl dit voor de inschatting van je gezondheidsrisico('s) wel verschil maakt"

BMI en middelomtrek

Naast het feit dat de BMI geen rekening houdt met de lichaamssamenstelling, zegt het ook niks over de verdeling van het vetweefsel over het lichaam. Maar, juist dit is erg belangrijk! Zo weten we bijvoorbeeld dat met name het vet dat is opgeslagen rond de buikzone erg nadelig is voor de gezondheid. Buikvet vormt namelijk de belangrijkste risicofactor voor het krijgen van aandoeningen zoals hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Dit geldt niet voor vet dat is opgeslagen rond de heupen, billen of benen. Vandaar dat de BMI vaak gebruikt wordt in combinatie met het meten van de buikomvang, ofwel: de middelomtrek.

"Zo weten we bijvoorbeeld dat met name het vet dat is opgeslagen rond de buikzone erg nadelig is voor de gezondheid."

Middelomtrek meten

Om je middelomtrek te meten, ga je als volgt te werk:

Zorg er allereerst voor dat je goed rechtop staat. Meet vervolgens de middelomtrek door het meetlint tussen de onderkant van je onderste rib en de bovenkant van je bekken te leggen. Adem uit en lees je middelomtrek af. Zorg er hierbij wel voor dat je het lint niet te strak aantrekt; deze mag niet knellen.

Interpretatie

Net zoals voor de BMI, gelden ook voor de middelomtrek bepaalde afkapwaarden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen.

Mannen
Middelomtrek kleiner dan 94 cm laag risico (op o.a. hart- en vaatziekten en diabetes)
Middelomtrek 94 – 102 cm verhoogd risico
Middelomtrek groter dan 102 cm sterk verhoogd risico

Vrouwen
Middelomtrek kleiner dan 80 cm laag risico
Middelomtrek 80 – 88 cm verhoogd risico
Middelomtrek groter dan 88 cm sterk verhoogd risico

Bovenstaande getallen zijn alleen van toepassing op volwassenen vanaf 18 tot 70 jaar. Bij kinderen tot 18 jaar wordt de middelomtrek in principe niet gebruikt als maat voor de gezondheid, maar wordt het bijvoorbeeld alleen ingezet om het effect van een eventuele behandeling in kaart te brengen. Voor volwassenen van Aziatische afkomst gelden andere afkapwaarden.

De middelomtrek is – in tegenstelling tot de lichaamssamenstelling – vrij gemakkelijk te meten. Door de BMI te combineren met de middelomtrek, krijg je een completer beeld van je eventuele gezondheidsrisico. In de meeste gevallen leveren de BMI en middelomtrek dezelfde uitkomst op: [a] je hebt ondergewicht of een gezond gewicht én een ‘gezonde’ middelomtrek en daarmee een laag risico op hart- en vaatziekten en diabetes type 2 of [b] je hebt overgewicht of (morbide) obesitas én een te grote middelomtrek en daarmee een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Mocht dit niet het geval zijn, dan is in principe de uitslag van de middelomtrek leidend.

"Door de BMI te combineren met de middelomtrek, krijg je een completer beeld van je eventuele gezondheidsrisico"

Conclusie

De BMI is een maat die iets zegt over de verhouding tussen je gewicht en lengte. Hoewel de BMI een veel gebruikte maat is bij het maken van een inschatting van eventuele gezondheidsrisico’s die iemand loopt, is het geen betrouwbare maat. Door de BMI te combineren met de middelomtrek kun je een veel beter beeld krijgen. Staar je dus niet blind op het bereiken van de perfecte BMI!